Professionaliseren: Van werk een vak maken
Om te komen tot een opleiding gericht op het bevorderen van de vakkundigheid van medewerkers hebben we een methodiek ontwikkeld. Deze methodiek is reeds getoetst in samenwerking met veel verschillende bedrijven en bestaat uit 3 fases.
- Profilering: profiel maken waarin het gewenste vakmanschap (kennis, vaardigheid, gedrag) is beschreven. In de profilering spelen de medewerkers zelf een grote rol.
- Opleiding: Wanneer het profiel is goedgekeurd wordt een leertraject ingezet. Dit gebeurt individueel of groepsgewijs. Belangrijke kenmerken zijn onder andere: de praktijk van alledag is het aangrijpingspunt, er is coaching op de “werkvloer”, er is toetsing in de praktijk. Groepslessen zijn ondersteunend aan de training of coaching.
- Borging: In deze fase wordt een structuur voor borging ingericht die bestaat uit coaching in de praktijk, audits, bijscholing en/of gerichte trainingen.
Het traject is geheel op maat en wordt gestuurd door een stuurgroep die regelmatig bijeenkomt.
Effecten op 3 niveaus
Een professionaliseringstraject heeft effecten op 3 niveaus:
Organisatorisch
Het gewenste vakmanschap wordt in kaart gebracht en herijkt. Dat geeft onherroepelijk een bezinning op de wijze van organiseren. Ook komt er een concrete structuur voor onderhoud en verdere ontwikkeling van professionaliteit. Coaching wordt een belangrijk element in de aansturing en ontwikkeling van medewerkers.
Vakinhoudelijk
Kennis en vaardigheden die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het werk worden opnieuw vastgesteld en intensief en zeer praktisch getraind. Dat betekent meestal dat “de lat hoger wordt gelegd”.
Beleving van het werk
Het proces genereert enthousiasme en positieve emotie. Dit komt door de sterke koppeling van persoonlijke identiteit aan professionaliteit. Een professional is trots op zijn vak en op zijn vakkundigheid en betrokken bij het werk dat hij doet.